Beeldende kunst gaat pas leven als er naar gekeken wordt.
Zo ontstaat een spanningsveld tussen het kunstobject en de toeschouwer.
In sommige gevallen lijkt het erop dat geen enkele overeenkomst is tussen de beschouwer en het schilderij of het beeld. In andere gevallen is er een merkwaardige band tussen beschouwer en object. Soms is de kleding (dezelfde kleurstelling als in het schilderij), soms de gezichtsuitdrukking en soms de houding.